De flexibele opiniemaker verdedigt wekelijks een opinie waaraan op dat moment behoefte is. Ditmaal: andersdenkenden verbeteren mijn mening niet.
Veel opiniemakers zeggen dol te zijn op discussie met andersdenkenden. Andere zienswijzen, andere perspectieven, andere idealen: het scherpt juist hun geest. Door kennis te nemen van al die meningen kom je zelf tot een beter standpunt, is de gedachte. Bij mij werkt dat niet zo. Elke keer als ik in aanraking kom met andersdenkenden, radicaliseer ik juist. En daar worden mijn standpunten niet beter van.
Neem hét opinieonderwerp van afgelopen week: klimaatactivisten in musea. Twee weken geleden steunde ik de acties, maar vond ik het ook goed dat ze het deden bij schilderijen die achter glas zaten. Maar dat was voordat ik me verdiepte in de mening van andersdenkenden, in dit geval die van D66. Ik heb het niet op D66, het zijn reserve-VVD’ers, de hockeykinderen van mijn middelbare school die denken dat ze goed bezig zijn omdat ze hun Ralph Lauren-polo voor een duurzaam Patagonia-shirt hebben verruild.
Ze hadden in de D66-groepsapp afgesproken de acties scherp te veroordelen. ‘Blijf met je poten van prachtige kunst af’, twitterde Kamerlid Steven van Weyenberg bijvoorbeeld, ‘dit is gewoon vandalisme.’ Zelden klinken grote woorden zo klein als wanneer een D66’er een ferm statement probeert te maken. Het werkt bij mij als een rode lap op een stier. Zo’n club die zich ‘klimaatpartij’ noemt en de term klimaatdrammer als geuzennaam heeft geadopteerd – in de webshop kun je de hoodie krijgen – en dan hier zo zielig over doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten